JIN 2015 (auteur: E.A. Slappendel)
Naarmate partijen langer uit elkaar zijn, neemt de lotsverbondenheid af en mag van
de onderhoudsgerechtigde verwacht worden dat zij zich zal inspannen om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Anticiperend op de toenemende verdiencapaciteit die van de onderhoudsgerechtigde verwacht mag worden, begroot het hof de behoefte aan de hand van de jaarlijkse lineaire afbouw van de oorspronkelijke behoefte en de verdiencapaciteit op het minimumloon.